Burgemeester en wethouders brachten deze week nieuws over het nieuwe woonwagenbeleid dat is ontwikkeld. Amstelveen was een van de gemeente waar het gewijzigde landelijke beleid over woonwagenbewoning nog niet was ingevoerd.
Nu gaat het dus gebeuren, het beleid is tot stand gekomen – zo luidt het persbericht van de gemeente – in overleg met een vertegenwoordiging van de woonwagenbewoners.
Dat is mooi, maar eens te meer verzuimt het college van B&W het volledige verhaal te vertellen. Bijvoorbeeld dat zij door middel van een motie in de gemeenteraad onder druk is gezet dat landelijke beleid nou eindelijk eens in gemeentelijk beleid om te zetten.
Michel Becker had nl. het initiatief genomen om een motie te in te dienen over de huisvesting van woonwagenbewoners, met het verzoek daarover in gesprek te gaan met de woonwagenbewoners. De motie werd overigens flink gesteund en mede ingediend door CDA, GVA, CU en BVNL.
Tijdens de raadsvergadering bleek echter dat wethouder Elzakalai namens het college de motie niet wilde steunen. In negen van de tien gevallen is zo’n uitspraak dodelijk voor een motie, meestal krijgt de wethouder dan wel de meerderheid van de raad achter zich.
Echter nu niet! Na een flink debat bleef de motie op tafel en werd het zelfs met algemene stemmen door de gemeenteraad aangenomen. De wethouder zal er niet blij mee zijn, maar moest de motie toch uitvoeren.
En zo dus ontstond het nieuwe beleid.
Belangrijke punten uit het nieuwe woonwagenbeleid:
- Aantal standplaatsen: Amstelveen heeft momenteel vier woonwagenlocaties met in totaal 54 standplaatsen. Hoewel dit aantal decennialang stabiel is gebleven, is de vraag naar nieuwe plaatsen de afgelopen jaren gestegen.
- Toewijzing van standplaatsen: Naast de huidige regel van inschrijftijd wordt er een nieuwe voorwaarde toegevoegd: binding met Amstelveen. Dit moet ervoor zorgen dat lokale woonwagenbewoners meer perspectief krijgen, terwijl de bestaande rechten van mensen op de wachtlijst gerespecteerd worden.
- Behoud van cultuur: Het doel van het beleid is om lokale woonwagenbewoners de mogelijkheid te geven hun cultuur en tradities te behouden.
Het beleidsstuk ligt vier weken ter inzage, en er is ruimte voor inspraak tijdens de bijeenkomst op 1 oktober 2024 . Na deze periode kan het beleid worden aangepast en vervolgens ter besluitvorming worden voorgelegd aan het college en de gemeenteraad.